Wat is een klinisch onderzoek?
Alle informatie over klinisch onderzoek.
Wij gebruiken cookies en andere trackingtechnologieën op deze website. Door deze website te gebruiken, gaat u ermee akkoord dat wij trackingtechnologieën op uw apparaat kunnen opslaan en gebruiken. Raadpleeg onze Privacyverklaring voor meer informatie.
Deze pagina geeft informatie over artritis psoriatica (AP), de symptomen en oorzaken van artritis psoriatica en de behandelmogelijkheden ervan.
Artritis psoriatica (AP) is een vorm van artritis die zich ontwikkelt bij ongeveer een derde van de mensen met psoriasis. Psoriasis is een ontstekingsziekte die wordt gekenmerkt door snelle overproductie van huidcellen. Bij psoriasis bereiken onderliggende cellen het huidoppervlak en sterven af, waardoor rode plekken ontstaan die plaques worden genoemd en die vaak bedekt zijn met losse, zilverkleurige schilfers. Deze plekken kunnen jeuken en pijnlijk zijn, en soms kunnen ze openbarsten en bloeden.
AP wordt gekenmerkt door een combinatie van psoriasis en gewrichtsontstekingen die pijn, zwelling en stijfheid veroorzaken. Er kunnen ook ontstekingen optreden die leiden tot pijn en zwelling in de overgangsgebieden van pezen of banden in botweefsel (‘entheses’ genoemd). Aan AP gerelateerde ontstekingen kunnen diverse delen van het lichaam aandoen, waaronder vingers, tenen en rug. De mate waarin zulke ontstekingen voorkomen, varieert van relatief mild tot ernstig. AP-symptomen kunnen verdwijnen en weer terugkomen, en er kunnen zogenaamde ‘flares’ (opvlammingen) optreden; perioden waarin de symptomen erger zijn dan normaal.
Er is geen remedie tegen artritis psoriatica. De behandeling is gericht op beheersing van de symptomen en vertraging van de gewrichtsschade. Zonder behandeling kunnen de chronische ontstekingen van artritis psoriatica leiden tot progressieve schade aan de gewrichten, waardoor de patiënt uiteindelijk invalide wordt.
De precieze oorzaak van AP is niet bekend, maar genetische factoren, gebrekkig functioneren van het immuunsysteem en omgevingsfactoren kunnen allemaal bijdragen aan de ontwikkeling van de aandoening. Sommige mensen hebben genen die de kans vergroten dat ze AP krijgen. Het hebben van deze genen betekent niet noodzakelijkerwijs dat ze de ziekte ook krijgen. Als iemand een familielid met AP heeft, is de kans wel groter. Men vermoedt dat een bepaalde stressfactor in het lichaam, bijvoorbeeld door lichamelijk letsel of een infectie, AP kan doen ontstaan bij mensen die deze specifieke genen hebben.
Artritis psoriatica treedt meestal op nadat een patiënt psoriasis heeft gekregen, en begint vaak langzaam. De huidplaques die worden geassocieerd met psoriasis kunnen overal op het lichaam voorkomen, maar worden het meest gezien op de ellebogen, knieën, onderrug en hoofdhuid. De gewrichtsontstekingen kunnen ontstaan in slechts één gewricht, maar kunnen binnen een aantal weken of maanden ook andere gewrichten aandoen.
De ernst van de symptomen van artritis psoriatica kan aanzienlijk verschillen van persoon tot persoon. Sommige mensen hebben meer huidproblemen dan gewrichtsproblemen, bij anderen is het net andersom.
Naast de gewrichtsproblemen kan AP enthesitis veroorzaken. Dat zijn ontstekingen in de overgangsgebieden van pezen of banden in botweefsel. Enthesitis treedt bij ongeveer de helft van de mensen met artritis psoriatica op, het meest in de ellebogen, hielen, voetzolen en de buitenkant van de heupen.
Bij artritis psoriatica worden de nagels vaak ruw, geribbeld en dik, er kunnen zich putjes, scheuren en barsten vormen, en ze kunnen loslaten van de huid.
Vingers kunnen opzwellen en er ‘worstachtig’ uit gaan zien, wat dactylitis wordt genoemd. Dactylitis komt bij ongeveer de helft van de mensen met artritis psoriatica voor. Na verloop van tijd kunnen de gewrichten in de handen zelfs van vorm veranderen, op slot komen te zitten of met elkaar vergroeien. Dit kan ook bij de tenen gebeuren.
Tot een kwart van de mensen met AP krijgt last van ontsteking van weefsel in het oog, uveïtis genaamd. Conjunctivitis, oftewel ontsteking van het weefsel dat het wit van het oog bedekt, komt ook vaak voor.
De algemene aanpak voor de behandeling van artritis psoriatica is het beperken van de ontstekingen in de huid en de gewrichten en het voorkomen van langetermijnschade aan de gewrichten. Medicijnen voor artritis psoriatica zijn onder te verdelen in twee hoofdcategorieën: medicijnen die symptomen verlichten en medicijnen die symptomen verlichten en bovendien de progressie van de ziekte kunnen beïnvloeden. Sommige geneesmiddelen hebbeneen positief effect op zowel huid- als gewrichtssymptomen.
Er worden vier typen medicijnen gebruikt om de symptomen van artritis bij AP te behandelen:
Het kan een tijd duren voordat biologics beginnen te werken. Sommige mensen merken snel symptoomverbetering (binnen een week), bij anderen kan dit maanden duren. Biologics kunnen op zichzelf worden gebruikt of in combinatie met andere medicatie, zoals DMARD’s of NSAID’s. Biologics worden vaak voorgeschreven aan mensen die niet op andere therapieën reageren.
Vaak voorkomende bijwerkingen van biologics zijn milde huidreacties of ongemak op de injectieplaats. Andere mogelijke bijwerkingen zijn misselijkheid, buikpijn en hoofdpijn. In zeldzame gevallen kunnen gebruikers van biologics last krijgen van ernstige infecties, lupusachtige reacties, ziekten van het zenuwstelsel en kanker. Als u zwanger bent of borstvoeding geeft, of een voorgeschiedenis van multiple sclerose of kanker hebt, mag u geen biologics gebruiken. Licht uw arts in als u een voorgeschiedenis hebt van tuberculose, hepatitis B of terugkerende infecties.
Er zijn (andere) behandelingen beschikbaar om psoriasis te behandelen. Zie hiervoor het gedeelte over psoriasis.